KIDD-syndroom

Het komt dikwijls voor dat bij een kind ten onrechte de diagnose ADHD (Attention Defecit Hyperactivity Disorder) of ‘hyperactief’ gesteld wordt. Waar het in deze gevallen echter vaak om blijkt te gaan, is een niet-behandeld KISS-syndroom (Kopgewrichten Invloed bij Stoornissen in de Symmetrie).

Vanaf het tweede jaar wordt niet meer gesproken over het KISS-syndroom, maar over KIDD-syndroom: Kopgewrichten Invloed bij Dyspraxie (verstoorde motoriekontwikkeling) en Dysgnosie (leer- en gedragsproblemen). KISS- en KIDD-syndroom zijn diagnoses uit de manuele therapie (niet uit de viscerale manuele therapie).

Geblokkeerde nekgewrichten

Als bij een klein kind de bovenste nekgewrichten geblokkeerd zijn, kan dat leiden tot een vertraagde spraak- en/of taalontwikkeling. De Duitse artsen Gutmann en Bierdermann ontdekten dat de gewrichten en spieren tussen het hoofd en de drie bovenste nekwervels een grote rol spelen in de ontwikkeling van de motoriek en het evenwicht van het kind.

Behandeling

Dat betekent overigens niet dat de viscerale manuele therapeut in deze gevallen alleen de nek behandelt: hij kijkt naar het lichaam als geheel. Bij deze kinderen kan bijvoorbeeld blijken dat het bekken vastzit en/of de zevende rib rechts en/of de schedelnaad. Bovendien vinden kinderen en baby’s het niet fijn om in hun nek behandeld te worden. Binnen de manuele visceraal therapie behandelen we wat het lichaam ons laat zien. Als je dat doet, zie je eigenlijk altijd dat de nek vanzelf vrijkomt.

 Symptomen

De volgende symptomen bij kinderen kunnen op het KIDD-syndroom wijzen:

  • een bewegingsbeperking in de nek bij omkijken;
  • het kind wil niet (goed) kruipen;
  • matige ontwikkeling van de grove en fijne motoriek;
  • evenwichtsproblemen;
  • veelvuldig struikelen;
  • vertraagde spraak- en taalontwikkeling;
  • schoolhoofdpijn;
  • slechte concentratie;
  • snel een opdracht vergeten;
  • teruglopende leerprestaties;
  • prikkelbaar, moe;
  • op ADHD-lijkend gedrag.

Onderzoek

Het onderzoek van kinderen met deze symptomen, begint met een vraaggesprek met de ouders. Hierna volgt een observatie van het kind, waarbij onder andere gelet wordt op asymmetrie van het hoofd en gezicht. Vervolgens doet de visceraal manueel therapeut een bewegingsonderzoek en kijkt waar in het lichaam beperkingen, blokkades of emotionele spanningen zitten. In sommige gevallen neemt de therapeut contact op met de huisarts of kinderarts om de diagnose te bespreken.